“Je moet elkaars taal blijven spreken, ook wanneer het moeilijk wordt”

De afgelopen jaren is er door betrokkenen hard gewerkt aan het buitengebied van Zundert. Patrick Kok (wethouder Ruimtelijke Ordening) kreeg vier jaar geleden de bestuursopdracht om de VAB-problematiek in het buitengebied aan te pakken. Hoe kijkt hij hier nu op terug? En ziet hij ook de resultaten van de samenwerking binnen de pilot Vitaal Buitengebied? We blikken samen met hem terug op deze leerzame periode.

De pilot Vitaal Buitengebied is eigenlijk breder dan alleen die van VAB-problematiek. Vanwaar die verbreding?

“Er zijn veel verschillende elementen van invloed op de vitaliteit van het buitengebied. Dat gaat niet alleen over leegstand. Het gaat ook over de waterbeschikbaarheid, de klimaatopgave zelf, biodiversiteit. En het draait jammer genoeg ook om ondermijning.

Dat is echt een onderwerp wat ertoe doet, zeker ook in Zundert. En als je kijkt naar de cijfers, dan zie je dat Zundert altijd gescoord heeft, helaas, op een derde plek qua leegstand. Dan is het risico factor zodanig groot dat we samen de opdracht verbreed hebben en dat heeft geleid tot vitaal buitengebied.”

De VAB-problematiek is niet iets wat je over één nacht ijs ineens oplost. Heb je het idee dat de verbreding, die koppeling van leegstand aan de vraagstukken waar dat allemaal mee samenhangt, ook resultaat oplevert?

“Ja, het begint zijn vruchten af te werpen. We hebben de afgelopen vier jaar gezien dat we last hebben van verkokerd beleid. Dat geeft te weinig flexibiliteit om die vitaliteit verder te brengen. Daar is nu een kantelpunt ontstaan.

Ook met de vraag: hoe los je het dan wél op? Want niet alles moet zo maar kunnen, dus het verbinden van verschillende knelpunten die je in het buitengebied ziet (water, groen, ondernemen) kan alleen maar opgelost worden door een gebiedsgerichte aanpak. En die omzetting van cultuur, van denken, die is wel geland.”

We zien dat elke overheid eigenlijk vanuit een eigen motivatie en doel aan de pilot begon. Als je nu terugkijkt, met welke ambities stapte je in de pilot en zijn die ook ingelost?

“Nou ja, mijn ambitie was eigenlijk inderdaad het verkokerd beleid los te laten. Bij één van de dorpsavonden was dat het beeld wat buiten op straat leeft. Dat gevoel van als inwoner van het kastje naar de muur gestuurd te worden. Dus werken als één overheid was mijn ambitie. Het loslaten van bestaande kaders.

En het buitengebied van Zundert is niet alleen maar ondernemen. Er zijn ook kwaliteiten voor recreatie of natuur opgaves en water opgaves. Het Beekdal is de blauwe long van Zundert. Hoe kun je die nou zodanig een blauwe long laten zijn van Zundert, nu, maar ook over 100 jaar nog hè? Waardoor alles vitaal blijft, want dat is eigenlijk de basis.”

Waar ben je met name trots op als je terugkijkt op de pilot?

“Allereerst natuurlijk het resultaat hè, want daar doe je het voor! Het plan van Lodders bijvoorbeeld, waarbij een stuk natuur én water gecompenseerd wordt ten opzichte van het verplaatsen van een bedrijf uit een beekdal. Dat is echt bij uitstek hoe we het graag zien. Maar ik ben ook trots op het vertrouwen wat ik heb gehad van de politiek vanuit de provincie, het Waterschap, ook mijn eigen raad, want het is voor de Raad durven loslaten.

En ik ben heel trots op dat we met elkaar op het moment dat het echt schuurde, dat er echt knelpunten op tafel kwamen, dat het er echt om ging, gaat het lukken of niet, dat we toch hebben kunnen concluderen, we blijven naast elkaar staan. In plaats van het ouderwetse tegenover elkaar.”

Kun je daar een voorbeeld van geven? Want wanneer schuurde het dan en hoe doe je dat dan, naast elkaar blijven staan? Wat vraagt dat nou?

“Dat zou mijn slot zin zijn, je moet elkaars taal spreken. Een overheid is echt anders dan een bedrijf of een onderneming of een natuurvereniging of een natuurbeheerder. Je moet elkaars belangen, uithoudingsvermogen én afwegingen goed kunnen begrijpen om de stappen te kunnen zetten. Je moet elkaar kunnen begrijpen waar het ophoudt en wat reëel is en wat behapbaar is, ook vanuit ondernemingsgeest en ondernemingsrisico.

En tegelijkertijd moet die ondernemer begrijpen wat de worsteling is van een overheid en wat er nodig is om kaders los te laten. En dat vraagt ook bepaalde politieke sensitiviteit. Dat gesprek is cruciaal en daar ben ik heel trots op dat dat gelukt is.”